Bedankt voor jullie support!

Op woensdag 2 juli vertrok ik met nog 38 deelnemers richting Malawi. We vlogen via Kenia en Zambia, waar we deelnemers aan een ander World Servants project zouden achterlaten, om door te vliegen naar Malawi.
Na een succesvolle vlucht (met wel een klein beetje vertraging) werden we hartelijk ontvangen door Vincent, onze projectlandcoördinator. Helaas misten er negen stuks bagage. Nadat de formulieren waren ingevuld, konden we onze reis voortzetten richting Kavipini. Dat ging heel voorspoedig, totdat een bus het begaf. Daar stonden we dan te wachten op vervangend vervoer. Maar we hebben ons prima vermaakt met de bevolking van het dorp waar we waren gestrand. Uiteindelijk kwamen er twee nieuwe busjes, waarmee we verder gingen naar Kavipini. Daar kwamen we rond 22.00 helemaal ‘geshaked’ aan door de geweldige rit over de onverharde zandwegen. We werden, ondanks de vertraging, hartelijk ontvangen met zang en dans door de mensen uit het dorp.

De volgende dag hebben we gelijk een start gemaakt met de bouw. De fundering moest afgemaakt worden. Ook is er gestart met het kinderwerk, waar de kinderen in grote getale naartoe zijn gekomen (+/- 250). Tijdens ons verblijf hebben we in kleine groepjes kinderwerk gedaan waar we de kinderen vertelden uit de bijbel, spelletjes deden, liedjes zongen en werkjes maakten.

In Malawi hebben we samen gewerkt met andere organisaties waarvan het hoofdthema ‘access to basic education’ is. World Servants is binnen dit programma samen met de ‘Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) Synod of Livingstonia’ bezig met het verbetering van de infrastructuur, klaslokalen, woningen voor leerkrachten en sanitaire voorzieningen. Dit gebeurt op basis van een SIP (School Improvent Plan) waar alle geledingen uit de gemeenschap bij betrokken zijn. Ook een aidsvoorlichting- en bewustwordingsprogramma (met hulp van Educaids) maakt hier deel van uit.Het basisonderwijs is sinds de overgang naar een meerpartijendemocratie in 1994 kosteloos. Wat een grote verbetering is, zo vertelde de hoofdleraar. Er gaan nu meer kinderen naar school. In Kavipini hebben wij er 2 lokalen bijgebouwd omdat een deel van de 270 kinderen buiten of in hutjes les kregen. Bij slecht of te warm weer was er geen school. Ook hebben we een start gemaakt met de lerarenwoningen, waarvan wij de funderingen klaar hebben gekregen, zodat het dorp hopelijk (meer) docenten kan aantrekken. Verder hebben we een kleedruimte voor meisjes af gekregen zodat ook de meisjes naar school kunnen. Het is namelijk zo dat meisjes, wanneer ze ongesteld zijn, niet naar school mogen wanneer er geen mogelijkheid is om zich te wassen en om te kleden.

We hebben hard gewerkt om het gebouw zover mogelijk af te ronden. Dit is grotendeels gelukt. Het dak is er helaas niet helemaal opgekomen toen we vertrokken en ook de woningen waren helaas niet afgekomen. Maar al het materiaal is aanwezig en de CCAP zal er voor zorgen dat dit project helemaal afgemaakt wordt. Vervolgens hebben we in de laatste week, samen met de bevolking, de ceremoniële overdracht gehad. Dit was een hele happening met veel muziek en dans.

Naast het bouwen hebben we ook al flink wat kunnen zien van de lokale cultuur. Zo hebben we een kerkdienst bijgewoond, zijn we in groepjes huisbezoeken gaan afleggen en hebben we een ziekenhuis, school en/of boerderij bezocht.
Ook hebben we een voetbalinterland gehouden tegen Malawi, maar helaas voor ons bleken zij toch wat sneller en wendbaarder te zijn op het hobbelige veld en gingen we met 2-1 de boot in.

Tijdens deze drie weken hebben we deel uitgemaakt van een bijzondere gemeenschap. We hadden veel contact met de lokale bevolking en hebben van dichtbij mogen ervaren hoe de mensen in Malawi leven en veel mogen zien van de cultuur daar. We hebben lief en leed gedeeld doordat er tijdens ons verblijf twee inwoners zijn overleden, een jongen van 8 en een vrouw van 36. In een land waar de gemiddelde levensverwachting niet hoger is dan 38 jaar is dat natuurlijk niet vreemd, maar voor ons was dat toch wel heel confronterend.

Het bijzondere, vond ik, is dat deze mensen, hoe weinig ze ook hebben, ons niets te kort wilden doen. We kregen kippen, noten, bonen en zelfs een witbrood wat alleen met hele bijzondere gebeurtenissen (kerstmis) gegeten wordt en wat voor iemand daar een aantal maand salarissen kost. Zouden wij dat ook gedaan hebben? Dit project heeft mij weer extra benadrukt hoe dankbaar wij voor alles moeten zijn..

Op mijn website: www.freewebs.com/worldservantsmalawi zijn foto s over mijn reis te vinden.